Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En van Jozef zeide hij: Zijn land zij gezegend van den HEERE, van het [40]uitnemendste des hemels, van den dauw, en van de [41]diepte, die beneden is liggende; 40. Versta, de uitnemendste vruchte, die door den regen der lucht voortgekomen en wassen. Zie Gen.49:25. 41. Dat is, de diepe wateren. Zie Gen.49:25.